De dood heeft altijd iets weerzinwekkends voor de mens gehad. Vanuit de psychiatrie kan dit waarschijnlijk het best verklaard worden schrijft Elisabeth Kübler-Ross door ons grondinzicht dat voor ons onbewuste onze eigen dood een onmogelijkheid is. Ons onbewuste kan zich geen definitief einde van ons leven op aarde voorstellen. “Het niets”.
Ik bestudeerde haar al mijn studententijd, vijfenveertig jaar geleden, Nu leende ik haar beroemde boek met bovenstaande titel van de hospice waarin zij haar ervaringen beschrijft van tweeëneenhalf jaar werken met ongeneeslijk zieke patiënten. In haar voorwoord vertelt zij hoe zij en haar collega’s de patiënt vroegen hun leermeester te willen zijn, om door hem een beter inzicht te krijgen in de laatste fasen van het leven en de angsten, vrees, verwachtingen en hoop die deze meebrengen. Zij spreekt de hoop uit dat anderen hieruit de moed zullen putten om zich niet schichtig terug te trekken van “opgegeven” zieken, maar juist meer intens met hen contact te houden, omdat zij weten dat zij voor deze patiënten een grote steun kunnen zijn in hun laatste uren. Kübler-Ross geeft aan dat “de weinigen die hiertoe in staat zijn zullen ontdekken dat dit zowel voor de patiënt als voor henzelf een weldadige ervaring zal zijn; zij zullen een beter inzicht krijgen in de werking van de menselijke geest en in de typisch menselijke aspecten van ons bestaan. Zij zullen door deze ervaring verrijkt worden, en wellicht minder angstig hun eigen levenseinde onder ogen zien”.
Vijfenveertig jaar geleden wist ik niet dat dit zo van toepassing zou zijn op ons hospice.
Jan Bakker
voorzitter hospice De Heideberg